zondag 7 augustus 2011

Protestmars naar het politiebureau

Op vrijdagmiddag 5 augustus, na het middaggebed, begeven tientallen jongeren zich naar het politiebureau aan het Bos en Lommerplein in Amsterdam West. Hun boodschap: “de politie pest ons”. In een filmpje van AT5 komt één van de jongens in beeld. Hij noemt het gedrag van de politie “puberaal” wat volgens hem niet kan gezien de politie een voorbeeldfunctie heeft.

Het geen vooraf is gegaan aan deze protestmars is de broeierige sfeer in Amsterdam West naar aanleiding van het repressieve optreden van de politie ten opzichte van de jeugd op staat naar aanleiding van verschillende klachten van bewoners.

Volgens de jongeren deelt de politie aan de lopende band boetes uit. In het filmpje wappert één van de jongens met een geel briefje. Hij vertelt dat dit een absurde bekeuring is voor het zonder redelijk doel tegen een raamkozijn van een gebouw zitten. De jongen kan niet bevatten dat het verboden is zich zonder doel op straat te begeven. De politie, op haar beurt, beweert dat er veel meldingen worden gemaakt omtrent het gedrag van deze jongeren op straat. Vanuit de politiek wordt druk uitgeoefend op de politie middels het schreeuwen om een harde aanpak.

Wie is er nu verantwoordelijk voor de oorzaak van deze protestmars?

Laten wij deze “absurde” bekeuring eens tegen het ligt houden. Het betreft hier een bekeuring uit het feitenboekje van de Nederlandse politie met feitcode: F125A zonder redelijk doel in een portiek of poort ophouden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw zitten of liggen. Deze bekeuring verwijst naar artikel 2.18 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de Gemeente Amsterdam:

Hinderlijk gedrag in of bij gebouwen

1. Het is anderen dan de bewoners of gebruikers van een gebouw of vaartuig verboden:

a. zonder redelijk doel tegen een deur, raam of vensterbank te leunen of zich anderszins hinderlijk op te houden in de onmiddellijke omgeving van dat gebouw of vaartuig;

b. zonder redelijk doel of op voor anderen kennelijk hinderlijke wijze zich op te houden in de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten van dat gebouw.

2. Het is verboden zonder redelijk doel of op voor anderen kennelijk hinderlijke wijze zich op te houden in of bij een portiek, een portaal, een telefooncel, een parkeergarage of een soortgelijke, voor publiek toegankelijke ruimte dan wel deze ruimte te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor zij is bestemd.

De kosten van deze bekeuring bedragen € 70,- plus € 6,- justitiële administratiekosten wat uitkomt op een totaal van € 76,-

Laten we nu het fenomeen bekeuring eens tegen het licht houden. Een bekeuring of boete is het inlossen van een bepaalde schuld welke is ontstaan door een verkeerde handeling. Degene die de verkeerde handeling heeft begaan moet boete doen. Nu komt het dilemma; kunnen we boete doen als er onwetendheid bestaat over de verkeerde handeling? Volgens de Nederlandse wet is dit geen probleem. Wie dit heeft verzonnen? De formele wetgever. In Nederland is dit de regering en de Staten-Generaal. De beide kamers van de Staten Generaal nemen de wet aan, waarna die door de koningin wordt bekrachtigd en afgekondigd. Een wet is slechts afdwingbaar nadat deze werd openbaar gemaakt in een publicatieblad dat hiertoe werd ingericht door de overheid. Het beginsel; “elke burger wordt geacht de wet te kennen” houdt niet in dat alle burgers zouden moeten weten wat er in alle wetten staat maar dat na de reguliere afkondiging van de wet eenieder geacht wordt daarvan kennis te hebben kunnen nemen. Onbekendheid met het bestaan of de inhoud van de wet vormt dus nooit een verontschuldiging voor overtreding van die wet en kan ingeval van strafbepalingen dus ook niet leiden tot straffeloosheid.

Terug naar de protesterende jongens in Amsterdam. Kunnen wij concluderen dat deze jongens zich aanstellen, geen verantwoording willen nemen voor hun acties en onterecht met het vingertje wijzen naar de sterke arm van voornoemde wet? Kunnen wij concluderen dat de desbetreffende politieagenten volledig in hun recht staan en precies doen waar ze voor opgeleid zijn, het handhaven van de openbare orde, zonder vragen te stellen? Is het echt zo simpel of vergeten wij een belangrijk en cruciaal element; begrip. Zijn deze jongens vooraf gewaarschuwd, is hen uitgelegd dat als zij nog langer overlast veroorzaken (ja, slechts in een groep aanwezig zijn op straat kan door bewoners ervaren worden als overlast) zij bekeurd zullen worden? Hoe is dit gezegd? Is dit gezegd als “nu oprotten, als we je de volgende keer hier weer zien krijg je een bekeuring” of is er daadwerkelijk het één en ander in alle rust uitgelegd? Aan wie van de jongens is het uitgelegd? Zijn de jongens die misschien de uitleg hebben gekregen later ook bekeurd omdat zij niet geluisterd hebben naar die agogische agent die zijn of haar uiterste best heeft gedaan de jongens te behoeden voor enig leed? Heeft de politie überhaupt iets uitgelegd? Heeft de politie alleen repressief contact gehad of ook sociaal? Mogen wij van de politie een sociaal agogische kant verwachten of is de politie louter verantwoordelijk voor repressieve handhaving van de openbare orde?

Hoe dan ook, zoals u heeft kunnen lezen, heeft de politie zich met het geven van bekeuring F125A keurig bij haar taak gehouden. Bezwaar maken tegen deze bekeuring heeft weinig zin omdat de desbetreffende jongere geacht is de wet te kennen. Wat we hier nog steeds niet boven water hebben is de vraag "welke partij is verantwoordelijk?". Kun je een stel jongens bekeuren voor het zich zonder redelijk doel ophouden op straat? De straat die hun thuis is. De straat waar zij elkaar ontmoeten omdat het thuis te druk is, zij thuis niet begrepen worden, zij thuis ongewenst zijn of simpeler omdat zij willen roken en straattaal met elkaar willen spreken wat thuis niet kan en/of mag. Is het ethisch om elkaar op straat te ontmoeten ten koste van je medemens? Ga je op straat gillen, grove taal uitslaan en passanten lastigvallen? Een verhaal heeft altijd twee kanten en voor iedere kant valt iets te zeggen.

Het "probleem" is dan ook niet welke partij verantwoordelijk is maar welke partij als verantwoordelijke wordt aangewezen. Meningen worden snel gevormd en berusten vaak op eenzijdige informatie. Er wordt al snel met het vingertje gewezen naar de "schuldige" partij of persoon. Mogen wij oordelen wie verantwoordelijk is zonder alle feiten te kennen? Stellen wij ons de vraag "wat hebben wij zelf gedaan het beter te maken?". Is deze protestmars van jeugdigen naar het politiebureau niet de eerste stap in het creëren van begrip voor elkaar? Willen wij elkaar leren kennen? Zijn wij bereid een brug te slaan naar de andere kant? Zijn wij bereid elkaar te willen begrijpen, naar elkaar te luisteren en belangrijker; zijn wij allen bereid onze verantwoordelijkheid te nemen?

"Iedereen is verantwoordelijk voor alles tegenover iedereen" aldus Fjodor Dostojewski in "De Gebroeders Karamazow".